Openheid & Transparantie
1. Openbaarheid & Transparantie
De Wet open overheid (Woo) heeft als doel de transparantie en openheid van de overheid te vergroten. Deze wet vervangt de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) en beoogt burgers beter toegang te geven tot overheidsinformatie. Door meer inzicht te bieden in besluitvormingsprocessen en beleidsuitvoering, streeft de Woo naar een overheid die verantwoording aflegt en het vertrouwen van de samenleving versterkt. Zodoende stelt deze wet dat eenieder recht heeft op toegang tot publieke informatie zonder daartoe een belang te hoeven stellen, behoudens bij deze wet gestelde beperkingen. Deze doelstellingen, reikwijdte en beperkingen worden hierna besproken.
De belangrijkste doelen en strekkingen van de Woo zijn als volgt:
I) Verbeterde transparantie: Het vergemakkelijken van de toegang tot overheidsinformatie zodat burgers, journalisten en andere belanghebbenden beter geïnformeerd zijn over het handelen van de overheid.
II) Proactieve openbaarheid: Overheidsorganisaties worden verplicht om bepaalde categorieën van informatie actief openbaar te maken zonder dat er eerst een verzoek hoeft te worden ingediend.
III) Betere verantwoording: Door meer informatie beschikbaar te stellen, kunnen burgers en media de overheid beter controleren, wat bijdraagt aan een beter functionerende democratie.
IV) Stimuleren van participatie: De openheid van de overheid ondersteunt de betrokkenheid van burgers bij beleids- en besluitvormingsprocessen.
V) Efficiëntie & Eenduidigheid: Het stellen van duidelijke regels en procedures rondom de openbaarmaking van informatie bevordert de efficiëntie en zorgt voor consistentie in de wijze waarop overheidsorganisaties met informatieverzoeken omgaan.
Kortom, de Wet open overheid is erop gericht om de overheid transparanter, toegankelijker en verantwoordelijker te maken, waardoor het publieke vertrouwen en de betrokkenheid in de democratische processen worden versterkt. De belangrijkste aspecten van deze wet worden hierna toegelicht.
1.1. Actieve openbaarmaking van overheidsinformatie
De overheid heeft de verantwoordelijkheid om informatie uit eigen beweging openbaar te maken als dat redelijkerwijs mogelijk is zonder onevenredige inspanning of kosten. Dit omvat documenten over beleid, voorbereiding, uitvoering, naleving, handhaving en evaluatie. Als een deel van de informatie niet openbaar wordt gemaakt, moet dat gelijktijdig worden gemeld.
Voordat documenten worden openbaar gemaakt, moeten belanghebbenden die mogelijk bezwaar hebben, de kans krijgen om hun zienswijze te geven. De overheid moet hen hierover informeren, inclusief het tijdstip van openbaarmaking en de betreffende documenten.
1.1.1. Specifieke categorieën van informatie
Op voordracht van de minister kunnen bij algemene maatregel van bestuur aanvullende categorieën van informatie worden aangewezen voor actieve openbaarmaking. Deze openbaarmaking moet zo snel mogelijk, uiterlijk binnen twee weken na vaststelling of ontvangst van de informatie, plaatsvinden. Er zijn specifieke regels voor de timing van openbaarmaking voor diverse soorten documenten, zoals adviesaanvragen, begrotingsvoorstellen en vergaderstukken. Hierbij wordt rekening gehouden met de bescherming van belangen van betrokkenen.
1.1.2. Elektronisch toegankelijke overzichten
Bestuursorganen kunnen informatie over beschikkingen inzake subsidies en andere beslissingen openbaar maken via elektronisch raadpleegbare overzichten. Deze overzichten moeten minstens elke twee weken worden bijgewerkt en bevatten gedetailleerde informatie zoals de grondslag van de beschikking, de ontvanger en de dagtekening.
1.1.3. Openbaarmaking bij algemeen belang
In uitzonderlijke gevallen kan informatie worden vrijgegeven vanwege een zwaarwegend algemeen belang, zoals openbare veiligheid, volksgezondheid, milieubescherming of de democratische rechtsorde.
1.1.4. Verantwoording in begrotingen
Bestuursorganen moeten in hun jaarlijkse begroting aandacht besteden aan hun voornemens inzake de uitvoering van deze wet en hierover verslag doen in de jaarlijkse verantwoording. Dit zorgt voor transparantie en verantwoording over hoe de overheid de wet toepast en naleeft.
1.1.5. Digitale infrastructuur
De openbaarmaking van documenten moet elektronisch plaatsvinden via een algemeen toegankelijke digitale infrastructuur, beheerd door de minister. Deze infrastructuur is ook beschikbaar voor de openbaarmaking van andere documenten.
1.2. Openbaarmaking op verzoek
1.2.1. Indienen van een verzoek
Iedereen kan een verzoek om publieke informatie indienen bij een bestuursorgaan of een onder diens verantwoordelijkheid opererende instelling, dienst of bedrijf. Het verantwoordelijke bestuursorgaan beslist uiteindelijk over het verzoek. Het verzoek kan mondeling of schriftelijk worden ingediend, inclusief via elektronische weg op de door het bestuursorgaan aangegeven wijze. De verzoeker hoeft geen belang te stellen bij zijn verzoek en moet enkel de aangelegenheid of het document vermelden waarover hij informatie wil ontvangen.
1.2.2. Specificeren en behandelen van het verzoek
Indien een verzoek te algemeen is geformuleerd, vraagt het bestuursorgaan binnen twee weken na ontvangst de verzoeker om het verzoek te verduidelijken en biedt hierbij hulp. Als de verzoeker niet meewerkt aan de precisering, kan het bestuursorgaan besluiten het verzoek niet te behandelen. De beslissing om een verzoek niet te behandelen wordt binnen twee weken na de preciseringstermijn aan de verzoeker bekendgemaakt.
1.2.3. Behoud van documenten
Het bestuursorgaan waarborgt het behoud van de documenten waarop het verzoek betrekking heeft om ervoor te zorgen dat de gevraagde informatie beschikbaar blijft voor de verzoeker.
1.2.4. Doorverwijzing naar andere bestuursorganen
Als het verzoek betrekking heeft op informatie die bij een ander bestuursorgaan berust, wordt de verzoeker naar dat bestuursorgaan verwezen. Schriftelijke verzoeken worden direct doorgestuurd naar het juiste bestuursorgaan, met mededeling aan de verzoeker. Indien informatie op grond van wettelijke voorschriften bij het bestuursorgaan had moeten berusten, wordt de informatie opgevraagd bij de instantie die erover beschikt.
1.2.5. Overleg bij omvangrijke verzoeken
Bij omvangrijke en complexe verzoeken die niet binnen de wettelijke termijn kunnen worden afgehandeld, overlegt het bestuursorgaan met de verzoeker over de prioritering van de afhandeling. De gevraagde documenten worden dan zoveel mogelijk in de gewenste volgorde verstrekt.
1.2.6. Beslissing op het verzoek
De beslissing op een verzoek om informatie wordt mondeling of schriftelijk genomen. Een schriftelijke beslissing is vereist bij afwijzing van een schriftelijk verzoek, indien de verzoeker daarom vraagt na afwijzing van een mondeling verzoek, wanneer de informatie onder bepaalde voorwaarden wordt verstrekt, of wanneer de informatie derden betreft die geen behoefte hebben aan een schriftelijk besluit.
1.2.7. Termijn voor beslissing
Het bestuursorgaan moet zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen vier weken na ontvangst van het verzoek, beslissen. Indien nodig kan deze termijn met twee weken worden verlengd, waarbij de verzoeker schriftelijk op de hoogte wordt gebracht van de verlenging en de redenen daarvoor. Als de beslissing om informatie te verstrekken een belanghebbende kan schaden, wordt de informatie pas twee weken na de bekendmaking van de beslissing verstrekt. Bij juridische stappen tegen de beslissing wordt de openbaarmaking opgeschort tot een uitspraak is gedaan.
1.2.8. Verstrekking van informatie
De informatie wordt verstrekt in de vorm die de verzoeker heeft gevraagd, tenzij dit onredelijk is. Als de informatie al openbaar beschikbaar is in een toegankelijke vorm, wijst het bestuursorgaan de verzoeker hierop.
1.2.9. Antimisbruikbepaling
Indien het verzoek kennelijk een ander doel heeft dan het verkrijgen van publieke informatie, of als het verzoek geen bestuurlijke aangelegenheid betreft, kan het bestuursorgaan besluiten het verzoek niet te behandelen.
1.2.10. Contactpersoon
Voor vragen over de beschikbaarheid van publieke informatie wijst het bestuursorgaan één of meer contactpersonen aan.
1.3. Uitzonderingen op openbaarmaking van informatie
1.3.1. Gevaar voor de Staat en vertrouwelijke gegevens
Openbaarmaking blijft achterwege als dit de eenheid van de Kroon of de veiligheid van de Staat kan schaden. Dit geldt ook voor bedrijfs- en fabricagegegevens die vertrouwelijk zijn verstrekt, en voor persoonsgegevens zonder uitdrukkelijke toestemming.
1.3.2. Afweging van belangen
Informatie wordt ook niet openbaar gemaakt als het belang van openbaarmaking niet opweegt tegen:
Bij afwijzing van een verzoek om deze redenen moet het besluit duidelijk gemotiveerd worden.
1.3.3. Tijdelijke uitzonderingen en onevenredige benadeling
Openbaarmaking kan tijdelijk worden uitgesteld als de geadresseerde eerst kennis moet nemen van de informatie. In uitzonderlijke gevallen blijft openbaarmaking achterwege als dit onevenredige benadeling voor een ander belang oplevert en het algemeen belang van openbaarheid niet opweegt tegen deze benadeling.
1.3.4. Milieu-informatie
Uitzonderingen op openbaarmaking zijn niet van toepassing op milieu-informatie die betrekking heeft op emissies in het milieu.
1.3.5. Persoonlijke beleidsopvattingen
1.3.5.1. Interne beraadslaging
In documenten voor intern beraad worden persoonlijke beleidsopvattingen niet openbaar gemaakt. Dit zijn ambtelijke adviezen, visies, standpunten en overwegingen, niet zijnde feiten of objectieve informatie.
1.3.5.2. Openbaarmaking in niet-herleidbare vorm
Het bestuursorgaan kan informatie over persoonlijke beleidsopvattingen verstrekken in niet tot personen herleidbare vorm. Met instemming kan deze informatie ook in herleidbare vorm worden verstrekt. Bij milieu-informatie wordt het belang van bescherming van persoonlijke beleidsopvattingen afgewogen tegen het belang van openbaarmaking.
1.3.6. Informatie ouder dan vijf jaar
Bij een verzoek om informatie die ouder is dan vijf jaar, moet het bestuursorgaan motiveren waarom de belangen van uitzonderingen zwaarder wegen dan het algemeen belang van openbaarheid, ondanks het tijdsverloop.
1.3.7. Informatie tijdens formatie
Informatie bij de formateur of informateur wordt niet openbaar gemaakt totdat de formatie is afgerond.
1.3.8. Ondersteuning kamerleden en raadsleden
Informatie betreffende de ondersteuning van individuele kamerleden, statenleden of raadsleden door ambtenaren blijft niet openbaar, in afwijking van de standaard uitzonderingsregels.
1.3.9. Verstrekking van persoonsgerelateerde informatie
Op verzoek wordt persoonlijke informatie aan de verzoeker verstrekt, tenzij dit de veiligheid van de Staat, vertrouwelijke bedrijfsgegevens, of persoonlijke gegevens van derden betreft. Het bestuursorgaan zorgt voor een deugdelijke vaststelling van de identiteit van de verzoeker en kan voorwaarden verbinden aan de verstrekking ter bescherming van de genoemde belangen.
1.3.10. Klemmende redenen en onderzoek
1.3.10.1. Verstrekking op klemmende redenen
In bijzondere gevallen kan informatie, die normaal niet openbaar zou zijn, toch aan de verzoeker worden verstrekt als er klemmende redenen zijn.
1.3.10.2. Toegang voor onderzoek
Toegang tot niet-openbare informatie kan worden verleend voor historisch, statistisch, wetenschappelijk of journalistiek onderzoek, onder voorwaarden die verdere verspreiding zonder toestemming van het bestuursorgaan beperken.