Adeguato
Empowering Success, Protecting Interests

Drank & Horeca


1. Alcoholwet

De alcoholwetgeving in Nederland omvat een dynamisch proces dat continu aan verandering onderhavig is. Zo is vanaf 1 juli 2021 de Drank- en Horecawet vervangen door de Alcoholwet en is deze wet een aantal keren veranderd. De Alcoholwet regelt o.a. het gebruik, de verkoop en het bezit van alcohol in Nederland. Zo bepaalt deze wet onder meer de minimale leeftijd voor het kopen en drinken van alcohol, de voorwaarden voor verkoop door horeca en winkels en de regels omtrent alcoholgebruik in het verkeer. Het doel is om de volksgezondheid te beschermen en overlast en schade door alcoholmisbruik te beperken. De essentie van deze wet wordt hierna uitvoerig besproken.


1.1. Bijzondere bepalingen

Het verstrekken van alcoholhoudende drank mag uitsluitend plaatsvinden in horecalokaliteiten of op terrassen die in de vergunning zijn vermeld. Uitzonderingen zijn mogelijk voor het afleveren van alcoholhoudende drank in hotelkamers op bestelling. Sterke drank mag alleen worden verstrekt in slijtlokaliteiten die in de vergunning zijn opgenomen.
Het is niet toegestaan om alcoholhoudende drank in een horecalokaliteit of op een terras te verstrekken voor gebruik elders dan ter plaatse. Eveneens is het verboden om in slijtlokaliteiten alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse te verstrekken, behalve als het gaat om het laten proeven van drank.

Een slijtlokaliteit mag niet voor andere bedrijfsactiviteiten worden gebruikt dan die van het slijtersbedrijf. Horecalokaliteiten en terrassen mogen niet worden gebruikt voor kleinhandel of zelfbedieningsgroothandel, met uitzondering van de verkoop van klaar-om-te-consumeren etenswaren.

Bij verkoop op afstand van sterke drank mogen geen andere bedrijfsactiviteiten worden uitgeoefend. Het is verboden om kleinhandel of zelfbedieningsgroothandel uit te voeren in horecalokaliteiten waar alcoholhoudende drank aanwezig is voor het publiek. Automaten voor alcoholhoudende drank zijn niet toegestaan, behalve in hotelkamers.

Alcoholhoudende drank moet in een gesloten verpakking worden verstrekt. Zwak-alcoholhoudende drank mag onder bepaalde voorwaarden worden verstrekt door bedrijven die geen slijtlokaliteiten zijn. Het verstrekken van sterke en zwak-alcoholhoudende drank op bestelling aan woningen van particulieren is streng gereguleerd.

Het is verboden alcoholhoudende drank te verstrekken aan personen jonger dan 18 jaar. Leeftijdsverificatie moet plaatsvinden volgens de geldende wetgeving en er moet duidelijk worden aangegeven welke leeftijdsgrenzen gelden. Er zijn eisen voor de verkoop op afstand van alcoholhoudende drank, zoals leeftijdsverificatie en controle van de aflevering.

Het verstrekken van alcoholhoudende drank mag niet plaatsvinden als het waarschijnlijk tot verstoring van de openbare orde zal leiden. Er zijn ook specifieke verboden op het verstrekken van alcoholhoudende drank op bepaalde locaties, zoals benzinestations en langs autosnelwegen. Bijzondere regels kunnen via algemene maatregelen worden vastgesteld.

Horecalokaliteiten en slijtlokaliteiten moeten tijdens openingstijden voorzien zijn van een leidinggevende of een andere aangewezen persoon. Voor paracommerciële rechtspersonen gelden er uitzonderingen.

Het is verboden om alcoholhoudende drank aanwezig te hebben of te laten nuttigen in ruimtes die niet rechtmatig als slijtlokaliteit of horecalokaliteit zijn aangemerkt, tenzij onder specifieke voorwaarden.

Tot slot kunnen gemeentelijke verordeningen beperkingen of verboden opleggen aan het verstrekken van alcoholhoudende drank. Ze kunnen ook een minimumleeftijd vaststellen voor toegang tot horecalokaliteiten en terrassen. Verder kunnen ze beperkingen opleggen aan zwak-alcoholhoudende drank en prijsbeperkingen voor alcoholhoudende drank instellen om overmatige consumptie tegen te gaan. Uitzonderingen voor proeverijen buiten reguliere openingstijden kunnen worden toegestaan. Gemeentelijke verordeningen kunnen ook gebieden aanwijzen als alcoholoverlastgebieden met extra beperkingen. Voor vervoermiddelen waar alcoholhoudende drank wordt verstrekt, kunnen eisen worden gesteld aan de aanwezigheid van medewerkers.


1.2. Vergunningsproces

Het vergunningsproces onder de Alcoholwet ziet er als volgt uit:


I. Aanvraag indienen: De aanvraag wordt door middel van een vastgesteld formulier ingediend. Het standaardformulier is door de overheid vastgesteld, maar het kan wel extra vragen bevatten die door iedere gemeente op basis van lokale behoeften aangevuld is. 


II. Beoordeling van de aanvraag: Na de indiening van de aanvraag wordt nagegaan of er redenen zijn om de verlening van een vergunning te weigeren. Een vergunning wordt geweigerd als niet voldaan wordt aan de wettelijke eisen of als er redelijke vermoedens zijn dat de werkelijke situatie niet overeenkomt met de aanvraag. Ook kunnen vergunningen geweigerd worden op basis van integriteitsbeoordelingen door het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Bibob). Hiervoor is de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob) relevant.


III. Verlening van de vergunning: Als na de toetsing door het bestuursorgaan geen weigeringsgronden aanwezig zijn, dan wordt de vergunning verleend.


IV. Inhoud van de vergunning: Grofweg gezegd, ziet de inhoud van de vergunning er als volgt uit. De burgemeester vermeldt in de vergunning de vergunninghouder, de bedrijfsuitoefening, locatie, situering en oppervlakte van de horecalokaliteiten of terrassen, en eventuele voorschriften of beperkingen. Leidinggevenden worden in een aanhangsel vermeld en moeten voldoen aan de eisen.


V. Melding wijzigingen: Echter, als de inrichting verandert, dan moet de vergunninghouder dit binnen een maand aan de burgemeester melden. Ook moet de vergunninghouder wijzigingen in leidinggevenden melden, wat geldt als een aanvraag tot wijziging van het aanhangsel.


VI. Intrekking en schorsing van de vergunning: Bij overtreding van regels of gevaar voor openbare orde wordt de vergunning ingetrokken of geschorst. Met andere woorden, de vergunning wordt ingetrokken als de verstrekte gegevens onjuist of onvolledig blijken te zijn, of als er gevaar is voor de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid. De vergunning kan ook worden ingetrokken op basis van integriteitsbeoordelingen of als regels of voorschriften niet worden nageleefd. Tot slot kan een vergunning geschorst worden voor maximaal 12 weken als aan de intrekkingsvoorwaarden wordt voldaan.


VII. Verval van de vergunning: Als vergunning niet gebruikt wordt binnen een bepaalde tijd komt deze te vervallen. De vergunning vervalt in principe als binnen zes maanden hier geen gebruik van is gemaakt of als er gedurende een jaar geen handelingen zijn verricht, tenzij er sprake is van overmacht.


VIII. Bijzondere situaties: Bij faillissement of schuldsanering wordt de intrekking of het vervallen van de vergunning opgeschort totdat deze situatie eindigt.


1.3. Ontheffingsproces

Voor het verstrekken van zwak-alcoholhoudende dranken kan men een ontheffing krijgen. Dit proces zorgt ervoor dat de aanvraag voor ontheffing op een gestandaardiseerde en gecontroleerde manier wordt behandeld, met specifieke aandacht voor de leiding en voorwaarden waaronder zwak-alcoholhoudende dranken worden verstrekt. Het ontheffingsproces ziet er als volgt uit:


I. Indienen van de aanvraag
De aanvraag voor een ontheffing wordt ingediend op een formulier of een elektronische informatiedrager die is vastgesteld door de Minister.

II. Beoordeling van de aanvraag
De burgemeester beoordeelt de aanvraag op basis van de volgende criteria:
a. De verstrekking van zwak-alcoholhoudende drank vindt plaats bij een bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard.
b. De duur van de ontheffing bedraagt maximaal twaalf dagen.
c. De drankverstrekking moet onder leiding staan van een persoon die minimaal 21 jaar oud is en niet van slecht levensgedrag is. Deze persoon wordt met naam vermeld op de ontheffing.

III. Verlenen van de ontheffing
Als aan de criteria wordt voldaan, verleent de burgemeester de ontheffing. Deze kan onder bepaalde beperkingen en met voorschriften worden verleend. Artikel 31, eerste lid, onder a en c, is van overeenkomstige toepassing op de ontheffing.

IV. Aanwezigheid van de ontheffing
De ontheffing, of een afschrift daarvan, moet ter plaatse aanwezig zijn tijdens de gelegenheid.

V. Jaarlijkse terugkerende gelegenheden
Voor jaarlijks terugkerende identieke bijzondere gelegenheden kan de burgemeester besluiten één ontheffing te verlenen, mits dezelfde leidinggevende aanwezig is bij elke gelegenheid.

VI. Uitzondering op Algemene wet bestuursrecht
Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op de aanvraag om een ontheffing.


1.4. Toezicht en handhaving

Het toezicht op de naleving van de wet met betrekking tot alcoholhoudende dranken is gereguleerd en uitgevoerd door diverse aangewezen ambtenaren en personen. Dit proces zorgt voor een gestructureerde en doeltreffende handhaving van de alcoholwetgeving in Nederland, waarbij zowel preventie als sanctionering wordt ingezet om naleving te waarborgen. De hoofdlijnen van dit proces van toezicht en handhaving wordt hieronder beschreven:


I. Aanwijzing van toezichthouders

  • Landelijk niveau: De Minister wijst specifieke ambtenaren of personen aan om toezicht te houden in heel Nederland.
  • Gemeentelijk niveau: De burgemeester wijst ambtenaren aan die toezicht houden binnen hun eigen gemeente.


II. Taakverdeling & Opleiding

  • De Minister, samen met de Minister van Justitie en Veiligheid, bepaalt de taakverdeling tussen de landelijke en gemeentelijke toezichthouders.
  • Aanstelling- en opleidingseisen voor deze toezichthouders worden vastgesteld om hun taken effectief te kunnen uitvoeren.


III. Toegang tot woningen
Toezichthouders hebben de bevoegdheid om zonder toestemming van de bewoner woningen te betreden waar alcoholhoudende dranken bedrijfsmatig aan particulieren worden verstrekt of waar dit vermoeden bestaat.

IV. Onderzoek naar verkooppraktijken

  • Toezichthouders mogen onder een valse identiteit een verkoopovereenkomst voor alcoholhoudende dranken sluiten, indien dit noodzakelijk is voor hun taken.
  • Na een dergelijke actie moeten toezichthouders een gedetailleerd schriftelijk verslag opstellen, waarin ze de redenen voor de valse identiteit en de details van de verkoper beschrijven.


V. Bekendmaking van toezichthouders
De aanwijzing van toezichthouders door de Minister wordt officieel bekendgemaakt via de Staatscourant.

VI. Opstellen van preventie- en handhavingsplan
Gemeenten moeten een preventie- en handhavingsplan alcohol opstellen, aanvankelijk binnen zes maanden na de invoering van de regelgeving en daarna elke vier jaar.
Dit plan moet doelstellingen en acties bevatten om alcoholgebruik te voorkomen, vooral onder jongeren, en de handhaving van de wet te waarborgen. De te behalen resultaten worden ook gespecificeerd.

VII. Handhaving via dwangsom
De Minister heeft de bevoegdheid om een last onder dwangsom op te leggen om de naleving van de wet te handhaven.

VIII. Ontzegging van verkoopbevoegdheid

  • De burgemeester kan bedrijven de bevoegdheid ontzeggen om zwak-alcoholhoudende dranken te verkopen als ze driemaal binnen 12 maanden de wet overtreden.
  • De Minister kan hetzelfde doen voor bedrijven die alcohol op afstand verkopen bij driemaal overtreding binnen 12 maanden.
  • Deze ontzegging geldt voor een periode van minimaal een week tot maximaal 12 weken.
  • Burgemeester en Minister kunnen bestuursdwang toepassen om deze ontzegging te handhaven.


IX. Oplegging van bestuurlijke boetes

  • De burgemeester kan bestuurlijke boetes opleggen voor specifieke overtredingen binnen zijn gemeente, met een maximale boete van €100.000.
  • Uitzonderingen waarbij geen boete wordt opgelegd, zijn bijvoorbeeld als de overtreding direct gevaar voor de gezondheid of veiligheid veroorzaakt of als de vergunning wordt ingetrokken.


X. Bestuurlijke boetes door de Minister

  • De Minister kan bestuurlijke boetes opleggen voor overtredingen van bepaalde regelgeving, ongeacht de locatie in Nederland.
  • Deze boetes zijn ook van toepassing op specifieke locaties zoals vervoermiddelen en militaire locaties.
  • De opbrengst van deze boetes komt ten goede aan de staat.


XI. Vaststelling van boetebedragen

  • Boetebedragen worden vastgesteld via algemene maatregelen van bestuur.
  • Deze maatregelen worden vier weken voor vaststelling voorgelegd aan beide Kamers der Staten-Generaal en opgesteld door de Minister in overleg met de Minister van Justitie en Veiligheid.
  • Boetebedragen kunnen elke twee jaar worden aangepast aan de hand van een prijsindex, tenzij de maximale boete wordt overschreden.


1.5. Hygiëne in de horeca

De Landelijke Commissie Sociale Hygiëne is een onafhankelijke organisatie die door de minister van een specifieke locatie is aangesteld. Deze commissie bestaat uit drie tot vijf leden, die voor vier jaar worden benoemd met een mogelijke herbenoeming voor nog eens vier jaar. Ze stelt een bestuursreglement op en maakt dit openbaar.


De commissie heeft als taken het erkennen van diploma's op basis van vastgestelde eisen, het inschrijven van personen in het Register Sociale Hygiëne en het verstrekken van verklaringen omtrent kennis en inzicht in sociale hygiëne. Het Register is toegankelijk voor het publiek op basis van naam en geboortedatum. De commissie kan ook extra taken krijgen als dat nodig is voor het waarborgen van kennis en inzicht in sociale hygiëne. Voor deze taken verwerkt de commissie persoonsgegevens, zoals burgerservicenummers, als dat noodzakelijk is.


Een diploma wordt alleen erkend als bewijs van voldoende kennis in sociale hygiëne als de onderwijsinstelling dat waarborgt. De erkenning geldt vijf jaar en kan worden ingetrokken als de onderwijsinstelling niet meer aan de eisen voldoet. Inschrijving in het Register Sociale Hygiëne gebeurt alleen op basis van erkende diploma's, vergelijkbare bewijzen uit andere landen, of voldoen aan Europese richtlijnen.


De kosten voor het erkennen van diploma’s, inschrijving in het Register en het afgeven van verklaringen worden door de aanvrager betaald. De vergoedingsbedragen worden vastgesteld door een ministeriële regeling.


2. Alcoholbesluit

Een nadere uitwerking van de Alcoholwet kunnen we in het Alcoholbesluit vinden. Wat we allemaal in dit besluit kunnen vinden, wordt hierna op hoofdlijnen uitgelegd.


2.1. Slijtersbedrijf

Allereerst wordt in het besluit het begrip 'slijtersbedrijf' gedefinieerd dat in de Alcoholwet wordt gebruikt. Zodoende wordt het begrip 'slijtersbedrijf' als volgt omschreven: Een slijtersbedrijf is een onderneming die zich richt op de verkoop en verhuur van producten gerelateerd aan drank en feestartikelen. Dit omvat onder andere het verkopen van drinkglaswerk, schenkmandjes, kurkentrekkers, wijnrekken, afsluitmiddelen voor flessen, koolzuurflessen en -capsules, wijnkoelers, shakers, draagtassen, koelboxen en -tassen, onderzetters, papieren servetten, cocktailprikkers, schenkkurken, en informatiemateriaal over wijn, cocktails, longdrinks en borrelhapjes. Daarnaast verhuren slijtersbedrijven ook biertapinstallaties, glaswerk en party-meubilair. Belangrijk is dat zowel de verkoop als de verhuur van deze producten niet de hoofdactiviteit van het bedrijf mogen vormen. 


Ondernemingen die zich dus met deze en soortgelijke activiteiten bezighouden zijn als een slijtersbedrijf aan te duiden.

In het verlengde van deze omschrijving is ook het houden van proeverijen in slijtlokaliteiten van belang. Bij het organiseren van proeverijen in slijtlokaliteiten moet men aan specifieke eisen voldoen. Zo mag er maar maximaal één proeverij per dag en drie per week plaatsvinden. De kosten voor deelname moeten vooraf door een leidinggevende worden vastgesteld. Voor aanvang moeten de deelnemers bij een leidinggevende bekend zijn en tijdens de proeverij moet de deur gesloten blijven voor iedereen die niet deelneemt. Tijdens de proeverij is het niet toegestaan om drank voor gebruik buiten de proeverij te verkopen, behalve de drank die speciaal voor de proeverij aan de deelnemers wordt verstrekt.


2.2. Gedragseisen voor leidinggevenden

Verder worden in het besluit eisen gesteld aan het gedrag van leidinggevenden. Een leidinggevende moet namelijk voldoen aan specifieke eisen met betrekking tot zedelijk gedrag. Deze eisen zijn niet alleen nationaal vastgesteld, maar ook erkend als ze door andere EU-landen of bepaalde niet-EU-landen worden gesteld, mits ze gelijkwaardig zijn aan de Nederlandse normen.


Een leidinggevende mag niet onder toezicht van artikel 37a van het Wetboek van Strafrecht staan en mag in de afgelopen vijf jaar niet onherroepelijk veroordeeld zijn tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van meer dan zes maanden, zowel in Nederland als in bepaalde andere landen. Deze periode van vijf jaar wordt gerekend vanaf de datum van de vergunningaanvraag of intrekking.


Bovendien mag een leidinggevende in de afgelopen vijf jaar niet meerdere keren onherroepelijk veroordeeld zijn tot een onvoorwaardelijke geldboete van €500 of meer, of een andere hoofdstraf voor overtreding van specifieke wetten, zoals de Opiumwet, Wet op de accijns, en diverse artikelen van het Wetboek van Strafrecht en Wegenverkeerswet. Betaling van een geldsom als alternatief voor een straf geldt onder bepaalde omstandigheden ook als een veroordeling.


Een leidinggevende mag ook in de afgelopen vijf jaar geen leidinggevende zijn geweest van een inrichting waarvan de vergunning is ingetrokken of die gesloten is vanwege overtredingen, tenzij duidelijk is dat hem geen verwijt treft. Bij de berekening van deze vijfjarige periodes wordt de tijd waarin een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf werd uitgezeten, niet meegerekend. 


2.3.  Hygiëne in de horeca

Het volgende onderdeel van het besluit gaat over de sociale hygiënevoorschriften in de horeca. Dit betekent dus dat er nog veel meer regels en voorschriften zijn waaraan een horecaondernemer moet voldoen, maar dat in dit besluit men louter een bepaalde vorm van voorschriften voor ogen heeft waaraan men moet voldoen, hetgeen als volgt omschreven kan worden. 


Sociale hygiëne houdt in dat leidinggevenden kennis en inzicht hebben in verschillende aspecten die verband houden met het verantwoord omgaan met alcohol en drugs. Dit omvat het begrijpen van de effecten van alcohol en drugs op lichaam en geest, de risico's van het combineren van alcohol met medicijnen, en de gevolgen van alcoholmisbruik en -afhankelijkheid.


Leidinggevenden moeten ook op de hoogte zijn van de risico's van gokverslaving bij het gebruik van speelautomaten, evenals de relevante wet- en regelgeving omtrent alcohol. Verder dienen ze bekend te zijn met de gedragscodes binnen de branche voor alcoholhoudende dranken en de technische, bouwkundige, en ruimtelijke vereisten voor hun bedrijf.


De eisen voor deze kennis en inzichten zijn gedetailleerd beschreven en leidinggevenden moeten een erkend diploma behalen dat aantoont dat zij aan deze eisen voldoen. Dit diploma wordt erkend door de Landelijke commissie sociale hygiëne en moet voldoen aan vastgestelde eindtermen.


Het is essentieel dat leidinggevenden deze kennis gebruiken om hun bedrijfsvoering af te stemmen op de verschillende doelgroepen en hun bedrijf met verantwoordelijkheid te exploiteren.


2.4. Verkoop op afstand

Wat vandaag de dag voor veel ondernemers van belang is om behoorlijk te kunnen ondernemen is hun zichtbaarheid online oftewel het hebben van een webwinkel. In dat kader moet men ook aan bepaalde regels voldoen die in de context van de Alcoholwet in dit besluit als volgt worden uitgelegd.


Zo moet bij de verkoop van alcoholhoudende dranken op afstand een systeem voor leeftijdsverificatie worden gebruikt. Dit systeem moet ervoor zorgen dat bij elke aankoop wordt vastgesteld dat de koper minimaal achttien jaar oud is, en dit moet gebeuren voordat de verkoopovereenkomst wordt gesloten. De koper moet hiervoor een actieve handeling uitvoeren. Bovendien moet bij elke aankoop worden vermeld dat de leeftijd van de ontvanger ook bij de bezorging gecontroleerd zal worden.

Daarnaast moet de verkoper een geborgde werkwijze hanteren. Deze werkwijze moet duidelijk beschrijven hoe de verkoper ervoor zorgt dat de leeftijd van de ontvanger bij elke overdracht van de alcoholhoudende drank, zowel tussen verschillende partijen als aan de uiteindelijke koper, wordt gecontroleerd. De drank mag alleen op het adres van de geadresseerde of bij een distributiepunt worden afgeleverd. De actuele werkwijze moet bekend en inzichtelijk zijn voor alle medewerkers onder verantwoordelijkheid van de verkoper en de verkoper moet minstens eens per jaar controleren of alle verplichtingen worden nageleefd en eventuele tekortkomingen corrigeren. De beschrijving van deze werkwijze moet altijd up-to-date zijn.


2.5. Handhaving

De handhavingscomponenten die we in de Alcoholwet hebben gezien, worden in het besluit nader uitgewerkt. Voor overtredingen van de voorschriften van de wet zijn namelijk bestuurlijke boetes vastgesteld in bijlage I van dit besluit. De hoogte van deze boetes is afhankelijk van de aard van de overtreding en wordt elke twee jaar aangepast aan de inflatie, waarbij de bedragen naar beneden worden afgerond op een veelvoud van vijf euro.


Er zijn twee boetecategorieën: een lagere boete voor bedrijven met minder dan vijftig werknemers en een hogere boete voor bedrijven met vijftig of meer werknemers. Als een bedrijf binnen twaalf maanden na een eerdere boete opnieuw dezelfde overtreding begaat, wordt de boete met 50% verhoogd. Bij herhaalde overtredingen binnen twaalf maanden na de eerste boete, wordt de boete zelfs met 100% verhoogd.


3. Alcoholregeling

De Alcoholregeling is een set van regels en voorschriften die ontworpen is om het gebruik, de verkoop en de distributie van alcohol in brede zin van het woord nader te reguleren. Deze regeling geeft dus een nadere uitwerking aan de Alcoholwet en heeft zodoende ook als doel de bevordering en het waarborgen van de openbare orde, gezondheid en veiligheid alsook het voorkomen van overmatig alcoholgebruik.


3.1. Verbindingslokaliteit slijterij
In een slijterij is de verbindingslokaliteit een ruimte die functioneert als doorgang tussen de verkoopruimte en de opslagruimte voor alcohol. Deze ruimte moet aan specifieke eisen voldoen. Zo moeten bijvoorbeeld de wanden van de verbindingslokaliteit minimaal 2,40 meter hoog zijn.


Wanneer de verbindingslokaliteit toegankelijk is voor bezoekers, moet deze twee afsluitbare ingangen hebben: één van maximaal 2,40 meter breed naar de opslagruimte en één van maximaal 2,40 meter breed naar de verkoopruimte. Tussen deze twee ingangen moet een loopafstand van minimaal 2,00 meter aanwezig zijn.


Als de verbindingslokaliteit uitsluitend voor personeel bedoeld is, moet deze één afsluitbare ingang van maximaal 1,00 meter breed naar de opslagruimte en één van maximaal 1,00 meter breed naar de verkoopruimte hebben. De loopafstand tussen deze ingangen moet minimaal 1,00 meter bedragen.

3.2. Vergunning & Ontheffing

Voor het verkrijgen van een vergunning of ontheffing volgens de wet moet een volledig ingevuld formulier of elektronische informatie worden ingediend. Deze aanvraag moet specifieke elementen bevatten die in de bijlage van de regeling zijn opgenomen.


Voor natuurlijke personen of rechtspersonen die een horecabedrijf of slijtersbedrijf willen uitoefenen (met uitzondering van paracommerciële rechtspersonen), moet de aanvraag de elementen uit Model A van de bijlage bevatten, samen met de benodigde verklaringen. Paracommerciële rechtspersonen moeten elementen uit Model B gebruiken voor hun aanvraag om een horecabedrijf te exploiteren. Voor een ontheffing moet de aanvraag de elementen uit Model C bevatten.


De vergunning zelf wordt verleend via een formulier dat overeenkomt met model D-1 voor natuurlijke personen of rechtspersonen (met uitzondering van paracommerciële rechtspersonen) die een horecabedrijf of slijtersbedrijf willen runnen. Voor paracommerciële rechtspersonen die een horecabedrijf willen exploiteren, wordt model D-2 gebruikt.


3.3. Toezicht

Het toezicht op de naleving van de Alcoholwet wordt uitgevoerd door ambtenaren van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) en andere aangewezen personen die voor de NVWA werken. Deze ambtenaren houden toezicht in vervoermiddelen, op legerplaatsen, in lokaliteiten en op luchtvaartterreinen. Ook door de burgemeester aangewezen ambtenaren houden toezicht op specifieke bepalingen van de Alcoholwet.


De toezichthoudende ambtenaren moeten een examen hebben afgelegd dat voldoet aan de eisen van de examencommissie Drank- en Horecawet van de Stichting Exameninstelling Toezicht en Handhaving in Amersfoort. Daarnaast moeten ze beschikken over een aanwijzing als buitengewoon opsporingsambtenaar door de Minister van Justitie en Veiligheid.


Er zijn uitzonderingen op deze eisen voor ambtenaren die al vóór 1 januari 2015 als toezichthouder werkten en sindsdien onafgebroken in deze functie zijn gebleven, voor degenen die in 2013 of 2014 het relevante examen hebben behaald en vóór 1 januari 2016 als toezichthouder zijn aangewezen, en voor degenen die vóór 1 juli 2021 het examen met succes hebben afgelegd.


3.4. Regels inzake sociale hygiëne

De Landelijke commissie sociale hygiëne is gevestigd in Den Haag. Voor de inschrijving van een persoon in het Register sociale hygiëne en het verstrekken van een Verklaring kennis en inzicht sociale hygiëne bedragen de kosten €92. Wanneer de inschrijving en verklaring voortkomen uit andere specifieke bepalingen, bedragen de kosten €250. Voor actuele bedragen moet men altijd de toepasselijke regelgeving raadplegen.


4. Voedselveiligheid

Alcoholwet- en regelgeving zijn niet de enige aspecten waarmee een ondernemer rekening dient te houden. Er zijn tal van andere regels die sectorspecifiek zijn. Voor voedselveiligheid moet men dus naar de feiten en omstandigheden van de ondernemer kijken die bepalend zijn voor de soort regels die op hem van toepassing kunnen zijn. Zo zijn er onder meer hygiënecodes per sector, wettelijke voorschriften voor temperatuur, additieven en allergenen, specifieke regels voor evenementen en markten en er zijn regels voor tabak en rookwaren. Deze lijst is niet uitputtend en alle gevallen zijn ook niet op te sommen. Voor de toepasselijke wet- en regelgeving moet men dus naar de sector, product, dienst en specifieke omstandigheden kijken. Het is daarom te allen tijde aan te raden om een jurist en de autoriteiten te raadplegen.